In elke groep 5 zitten leerlingen met een verschillend leesniveau. De één leest vlot en begrijpt teksten snel, terwijl een ander moeite heeft met woorden herkennen of verbanden leggen. Dit verschil maakt het uitdagend om begrijpend lezen in de klas te organiseren en strategieën aan te bieden. Differentiatie is hierbij de sleutel: door het aanbod af te stemmen op het niveau van leerlingen, kunnen zowel zwakke als sterke lezers groeien in begrip en motivatie.
In dit artikel bespreken we hoe je begrijpend lezen kunt differentiëren, welke werkvormen geschikt zijn en geven we concrete voorbeelden voor in de klas.
Elke leerling leert op zijn of haar niveau
Zwakke lezers krijgen extra ondersteuning en kunnen oefenen op kernvaardigheden zoals woorden herkennen en hoofd- en bijzaken onderscheiden.
Sterke lezers worden uitgedaagd met moeilijkere teksten, meer vragen over verbanden of creatieve opdrachten.
Betere motivatie en zelfvertrouwen
Leerlingen ervaren succes doordat de teksten en opdrachten aansluiten bij hun niveau.
Ze raken minder gefrustreerd en durven meer te proberen.
Efficiënter lesgeven
Door leerlingen in niveaugroepen te werken of gedifferentieerde taken te geven, kan een leerkracht gerichter feedback geven en iedereen vooruit helpen.
Verdeel de klas in kleine groepen op basis van leesniveau:
Basisgroep: korte, eenvoudige teksten, veel ondersteuning, focus op hoofd- en bijzaken.
Gevorderd: langere teksten, extra vragen over verbanden, voorspellen, conclusies trekken.
Uitdagingsgroep: uitdagende teksten, creatieve opdrachten zoals samenvatten in eigen woorden of een vervolgverhaal schrijven.
Voorbeeld:
Tekst: “Een dag in het bos”
Basisgroep: beantwoord de vragen “Wie ging er mee naar het bos?” “Wat zagen ze onderweg?”
Gevorderd: “Waarom koos de schrijver ervoor de dieren eerst te beschrijven?”
Uitdagingsgroep: “Schrijf een kort vervolgverhaal vanuit het perspectief van het konijn.”
Laat leerlingen teksten kiezen uit een collectie van verschillende niveaus. Zo bepaalt elk kind het eigen startpunt en kan het lezen op eigen tempo.
Werkvorm:
Maak een “leeshoek” met verschillende boeken, krantenartikelen of korte teksten.
Leerlingen lezen zelfstandig en beantwoorden vragen op hun niveau, bijvoorbeeld via een checklist:
Zwakke lezers: “Wat gebeurde er eerst?”
Sterke lezers: “Wat zou er gebeuren als de hoofdpersoon anders had gehandeld?”
Zelfde tekst, verschillende opdrachten:
Basisopdracht: vind de feiten.
Uitdagingsopdracht: maak een schema, bedenk een nieuwe titel of een andere afloop.
Voorbeeld:
Tekst: “De avonturen van een kat”
Basis: “Noem drie dingen die de kat deed.”
Gevorderd: “Waarom dacht de kat dat de tuin gevaarlijk was?”
Uitdagend: “Schrijf een brief uit het perspectief van de kat aan zijn baasje.”
Voor zwakkere lezers kunnen plaatjes, schema’s of tijdlijnen helpen om de tekst beter te begrijpen. Voor sterke lezers kun je juist vragen toevoegen over verbanden of de schrijverstechniek.
Voorbeeld:
Tekst over de seizoenen
Zwakke lezers: kleuren de seizoenen in een cirkel, schrijven één zin per seizoen.
Sterke lezers: beschrijven het verband tussen seizoenen en plantengroei of activiteiten van mensen.
Leerlingen werken in tweetallen of kleine groepen waarbij de taken verdeeld zijn op niveau.
Sterke lezers kunnen samenvattingen maken of uitleg geven aan een ander.
Zwakke lezers lezen en beantwoorden eenvoudige vragen of markeren belangrijke woorden.
Voorbeeld:
Tekst: “Het leven van bijen”
De klas wordt verdeeld in groepen.
Sterke lezers schrijven een korte presentatie over de taken van de bijen.
Zwakke lezers maken een tekening van het bijenvolk en labelen de functies.
Wil je meer werkvormen? Bekijk dan dit artikel.
Begin met een snelle niveaubepaling
Een korte toets of observatie tijdens het lezen helpt om groepen te vormen.
Combineer verschillende differentiatievormen
Wissel af tussen niveaugroepen, zelfgekozen teksten en coöperatief werken.
Zorg voor uitdaging en succes
Zowel zwakke als sterke lezers moeten kunnen slagen. Te makkelijke teksten demotiveren sterke lezers, te moeilijke teksten frustreren zwakke lezers.
Gebruik hulpmiddelen
Denk aan pictogrammen, tijdlijnen, kleurcodes, woordkaarten en visuele schema’s.
Differentiëren bij begrijpend lezen in groep 5 is essentieel om zowel zwakke als sterke lezers te laten groeien. Door niveaugroepen, zelfgekozen teksten, gedifferentieerde opdrachten, visuele hulpmiddelen en coöperatieve werkvormen te gebruiken, sluit je beter aan bij de individuele behoeften van leerlingen.
Wil je kinderen optimaal laten oefenen op hun eigen niveau? Dan zijn oefenboeken en digitale oefenplatforms die gericht differentiëren een handig hulpmiddel. Ze bieden teksten en opdrachten op meerdere niveaus, zodat elk kind succeservaringen opdoet en gemotiveerd blijft.