Begrijpend lezen is een vak op zich, maar het wordt nog krachtiger wanneer het geïntegreerd wordt met andere vakken. Door lezen te koppelen aan bijvoorbeeld geschiedenis, aardrijkskunde, natuur of zelfs rekenen, zien leerlingen het nut van lezen in de praktijk. Ze leren teksten niet alleen technisch te begrijpen, maar ook informatie te verwerken, verbanden te leggen en toe te passen in een andere context.
In dit artikel laten we zien hoe je begrijpend lezen kunt combineren met andere vakken, waarom het werkt en geven we concrete werkvormen en voorbeelden voor groep 5.
Context en betekenis: Leerlingen begrijpen een tekst beter als deze gaat over iets wat ze leren in een ander vakgebied. Het kan de voorkennis activeren en zorgen dat ze signaalwoorden sneller oppakken.
Motivatie: Lezen wordt minder abstract en meer functioneel.
Transfer van kennis: Kinderen leren informatie uit een tekst toe te passen in andere situaties.
Verbanden leggen: Ze oefenen hoe ze hoofd- en bijzaken herkennen en informatie structureren.
Door deze integratie oefenen leerlingen zowel hun taalvaardigheid als vakkennis tegelijk.
Voorbeeld:
Tekst: “De Romeinen in Nederland”
Vragen:
“Waarom bouwden de Romeinen forten langs de rivier?”
“Wat deden de Romeinen om hun steden te beschermen?”
Werkvorm: Maak een tijdlijn van de gebeurtenissen in de tekst.
Waarom dit werkt:
Leerlingen lezen niet alleen feiten, maar leren ook oorzaak-gevolg verbanden en maken visueel inzichtelijk wat er gebeurde.
Voorbeeld:
Tekst: “Het regenwoud in Brazilië”
Vragen:
“Welke dieren leven er in het regenwoud?”
“Waarom is het regenwoud belangrijk voor de aarde?”
Werkvorm: Laat kinderen een plattegrond maken of een mini-boekje met de flora en fauna van het regenwoud.
Waarom dit werkt:
Kinderen koppelen leesbegrip direct aan wereldoriëntatie en ontwikkelen tegelijk hun kaart- en visualisatievaardigheden.
Voorbeeld:
Tekst: “Hoe werkt een zonnepaneel?”
Vragen:
“Wat gebeurt er als de zon op het paneel schijnt?”
“Waarom zetten mensen zonnepanelen op daken?”
Werkvorm: Laat leerlingen een schema tekenen dat de werking van een zonnepaneel laat zien.
Waarom dit werkt:
Kinderen leren een technische uitleg te begrijpen en informatie in een stappenplan of schema te verwerken.
Voorbeeld:
Tekst: “Emma spaart voor een fiets”
Vragen:
“Emma spaart €5 per week. Hoeveel heeft ze na 6 weken gespaard?”
“Als de fiets €120 kost, hoeveel weken moet Emma nog sparen?”
Werkvorm: Laat leerlingen de tekst eerst lezen en vervolgens de sommen zelf opstellen en oplossen.
Waarom dit werkt:
Leerlingen koppelen tekstbegrip direct aan praktische rekensituaties, waardoor lezen functioneel wordt.
Voorbeeld:
Tekst: korte Engelse tekst over het dagelijks leven van een kind in Londen.
Vragen:
“What time does he wake up?”
“Which food does he like for breakfast?”
Werkvorm: Maak een tweetalig schema of laat kinderen de tekst samenvatten in het Nederlands.
Waarom dit werkt:
Het versterkt zowel begrijpend lezen als taalverwerving in een tweede taal.
Koppel deze leuke werkvormen aan de vakken om ze nog betekenisvoller te maken.
Informatiekaarten maken: Leerlingen lezen een tekst en maken er kaarten of een poster van met de belangrijkste informatie.
Stripverhaal van de lesstof: Kinderen tekenen een verhaal over een historische gebeurtenis of natuurverschijnsel.
Quiz of spel: Combineer vragen over de tekst met inhoud van andere vakken, bijvoorbeeld een multiple-choice quiz.
Mini-presentaties: Leerlingen lezen een informatieve tekst en presenteren het aan de klas met een tekening of schema.
Tijdlijn of stappenplan: Geschiedenis of natuurteksten visualiseren met een tijdlijn of procesdiagram.
Les over de Romeinen en techniek:
Tekst: “Romeinse aquaducten in Nederland”
Vragen: “Waarom bouwden de Romeinen aquaducten?” “Hoe zorgden ze dat het water overal kwam?”
Werkvorm: Laat kinderen een eigen mini-aquaduct tekenen of een stappenplan maken van hoe water wordt vervoerd.
Resultaat:
Kinderen begrijpen de tekst beter, oefenen lezen, schrijven en schematiseren, en zien direct de koppeling tussen geschiedenis en techniek.
Begrijpend lezen wordt veel betekenisvoller wanneer je het koppelt aan andere vakken. Geschiedenis, aardrijkskunde, natuur, rekenen en zelfs Engels bieden volop mogelijkheden om teksten functioneel te maken. Kinderen oefenen lezen, denken kritisch na over informatie en leren verbanden leggen, terwijl ze tegelijk hun vakkennis uitbreiden.
Voor leerkrachten en ouders betekent dit dat begrijpend lezen niet losstaat van de rest van het curriculum. Door teksten te koppelen aan andere vakken en de opdrachten actief en visueel te maken, krijgen leerlingen meer plezier in lezen en leren ze effectiever.